Een slank dier met smalle vleugels

Verschillende soorten

In ons land komen vier soorten kiekendieven voor: de grauwe, de blauwe, de bruine kiekendief en de steppekiekendief. De bruine is het talrijkst met 1200 à 1400 broedparen. De andere drie soorten zijn veel zeldzamer. De Kiekendieven onderscheiden zich onder andere van de andere (dag)roofvogels, doordat het bijna allemaal grondbroedvogels zijn, met andere woorden ze maken geen nest in bomen, maar op de grond.

 

In ons gebied

In ons gebied kwamen drie soorten kiekendieven voor, de grauwe, de blauwe en de bruine kiekendief. Nu zijn er nog twee soorten; de bruine kiekendief die hier broedt en de blauwe die overwintert. De grauwe kiekendief is hier verdwenen maar in het noorden van ons land weer teruggekeerd (http://werkgroepgrauwekiekendief.nl/).

 

Een lang dier met smalle vleugels

Deze roofvogels hebben lange, smalle vleugels en een lange, afgeronde staart. Hun gewicht bedraagt ongeveer 350 gram en de gemiddelde lichaamslengte bedraagt 47 cm. De betrekkelijke kleine en uilachtig uitziende kop wordt omringd door een verenkraag. De snavel is klein en sterk gebogen. De grote neusgaten zijn bedekt met borstels. De lange, gele poten bevatten sterke gekromde klauwen. Over het algemeen zijn de vrouwtjes groter dan de mannetjes

 

Circinae

Kiekendieven zijn slanke, middelgrote roofvogels van de onderfamilie Circinae die bij de echte roofvogels (stootvogels) (Accipitridae of havikachtigen) behoren. Wereldwijd zijn er dertien soorten Kiekendieven die samen het geslacht (genus) Circus vormen binnen de onderfamilie Circinae. In Nederland en België komen drie soorten als broedvogel voor: de blauwe kiekendief, de bruine kiekendief en de grauwe kiekendief. De geslachtsnaam Circus verwijst naar de cirkelvormige bewegingen die het mannetje en vrouwtje uitvoeren tijdens hun baltsvlucht