
Ik ga naar het Kalenbergerpad 11 op weg naar Gerard Muis die bezig is alle sporen te wissen van de vorige bewoners in zijn geboortehuis op het Kalenbergpad nummer 16.
Hoe dat zit?
Gerard is namelijk in 1995 geboren op nummer 16 en met zijn ouders in 2003 verhuisd naar de overkant, nummer 11.
Gerard wil weer terug naar zijn roots en heeft onlangs nummer 16 gekocht en is alles aan het strippen. Zijn toekomst ligt dus in zijn geboortehuis, wel zo fijn om in Kalenberg te kunnen blijven vindt hij. Ik denk dat vele bewoners blij zijn dat de jeugd zich blijft vestigen in Kalenberg, zo dus ook Gerard! We gaan Gerard eens aan de tand voelen waarom hij zo gehecht is aan Kalenberg. En wat doet hij eigenlijk buiten de grenzen van ons dorp?
We zitten gezellig met pa en ma (en later komt ook zijn zus binnenwandelen) in de huiskamer. Na eerst een lekker bakkie koffie te hebben gedronken begint Gerard te vertellen, ik doe snel mijn schrift open en heb de pen onmiddellijk in de aanslag, want anders mis ik de helft, hij vertelt rap.
Zijn start in Kalenberg begon zo:
Gerard was 2,5 jaar toen hij voor enkele dagen per week naar de kleuteropvang ’t Wielewaaltje in Scheerwolde werd gebracht, na zijn 4e verjaardag mocht hij naar het basisonderwijs, ook in Scheerwolde.
Daarna volgt een nogal turbulente tijd op verschillende nivo’s. Om zijn hersenen tot het uiterste uit te dagen ging hij naar het VWO, het Lindecollege in Wolvega. Dat heeft hij 3 jaar volgehouden om daarna toch voor de HAVO te kiezen. Richting de universiteit zag hij toch al niet zo zitten. De resultaten bleven wat achter; in het 5e jaar van de HAVO (examenjaar) is hij gestopt, geen ambitie meer in die richting. Zijn verdere studiekeuze viel op het MBO richting land, water en milieu, dit lag hem beter. Ook het werken met groot materieel interesseerde hem zeer. Hier was hij op zijn plek. De school in Meppel (voormalige tuinbouwschool in Frederiksoord) heeft hij met goed gevolg afgemaakt. De 4-jarige opleiding bestond uit een half jaar stage en een half jaar naar school. De stage heeft hij in het eerste jaar doorgebracht bij Staatsbosbeheer in het Kuinderbos, om daarna het tweede jaar bij Natuurmonumenten in het Voorsterbos af te maken.
Daarna ging hij het bedrijfsleven in bij Poelsema, een veldwerkbureau in Vollenhoven. In deze stageperiode ( 3e en 4e jaar) heeft hij zowel GEO-technische als milieu-technische grondboringen verricht. In 2017 kon hij zijn diploma in ontvangt nemen, geslaagd! Op mijn vraag “wat ben je dan nu?” antwoordt hij bescheiden en met beetje tegenzin omdat het zo een mondvol is: ‘Manager Natuur en Recreatie’. Maar voor hem viel er niets te managen, dat was niet wat hij wilde, hij ging handmatige boringen uitvoeren. Hard werken in het veld, dat past beter bij hem. Gerard werkt tot op heden nog steeds bij Poelsema als milieukundig veldwerker.
Wat houdt het beroep ‘milieukundig veldwerker’ in?
Gerard gaat door het hele land en doet onderzoek naar de samenstelling van voornamelijk grond. Dit doet hij in opdracht van adviesbureau’s. Meestal gaat hij alleen op pad, soms met een collega. Met een grote handboor, doorsnee 10 cm en maximaal een lengte van 12 meter,wordt er grond opgeboord. Als er grond naar boven is gehaald wordt dat op folie gelegd en met een goed fingerspitzengefühl proberen ze de samenstelling te ontdekken.
Zand is zand denk ik dan maar dat ligt toch anders volgens Gerard. In Nederland heb je een aantal algemene soorten zoals in Groningen klei; in Limburg loss grond; in Drente leem en op de Veluwe vind je zand en hier bij ons natuurlijk veengrond.
Gerard kent een aantal onderzoeksmethoden: een verkennend onderzoek een milieutechnisch- en een vervolgonderzoek.
Bij een verkennend onderzoek draagt hij een overall en handschoenen, dat is verplicht.
Als er een vervolgonderzoek moet komen naar bijvoorbeeld vervuilde grond dan wordt het serieus aangepakt; hij draagt dan een volgelaatmasker met een aanblaasunit op de rug. Ook een speciale overall die afgetaped wordt. Na het karwei moet hij onder de douche en wordt al de gedragen kleding vernietigd.
Wat is een aanblaasunit?
Dat is een apparaat op je rug die zorgt voor aanvoer van vers zuurstof, al met al best een zweterig en vermoeiend werkje.
Met een pak aan is het meestal twee uurtjes op en een uurtje af.
Soms als het een GEO technisch onderzoek is legt hij iets op zijn tong en proefondervindelijk weet hij dat het bestaat uit b.v. zand, knarst tussen de tanden; lutum( zware klei) proef je ook wel en silt (lost op in je mond). Dat moet hij dus niet doen als er een milieutechnisch onderzoek moet plaatsvinden, dat mag natuurlijk niet.
In zijn werk hanteert hij protocols. Hij heeft reeds een toekenning van werkzaamheden die hij mag verrichten: milieukundig veldwerk; asbest in grond onderzoek; grondwateringbemonstering en waterbodemonderzoek, dus Gerard neemt monsters om de kwaliteit vast te stellen en of er een vervolg onderzoek moet plaatsvinden.
De protocollen worden wel steeds aangepast; door externe mensen wordt gecontroleerd of er op de voorgeschreven manier wordt gewerkt. De kennis moet up tot date gehouden worden en dat betekent dat Gerard wel eens op cursus moet of thuis lesmateriaal toegestuurd krijgt.
Om een voorbeeld te noemen dat het best ingewikkeld is: er zijn 2 soorten asbest, gebonden en ongebonden, waarvan er wel 30 ondersoorten bekend zijn.
Zijn mooiste project, 2 maanden geleden, was een onderzoek op Rottermerplaat, in opdracht van Staatsbosbeheer. Er lag nog een oude dieseltank in een depot dat vernieuwd moest worden. Daar was een ‘schone grondverklaring’ voor nodig. Ze waren vertrokken per boot met windkracht 7, dat is niet mis als je gewend bent met een bootje door de Weerribben te varen. Doodziek kwamen ze op de plaat aan. Zodra ze grond onder de voeten hadden was ‘het zeeziek’ zijn alweer over en was het een dag volop genieten! Er waren erg veel zeehonden, een bijzonder gezicht.
Op de terugweg was er nauwelijks wind dus dat ging prima, eind goed al goed. Gerard heeft het goed naar zijn zin, nergens gebonden aan tijd, deze mag hij zelf indelen en een grote mate van vrijheid. Het contact met de mensen vindt hij belangrijk, de mooie verhalen van de boertjes zijn altijd interessant.
Tot zover zijn dagelijks werk maar wat heeft hij de afgelopen jaren in Kalenberg dan allemaal nog meegemaakt? Een terugblik op zijn jeugd.
Zijn schoolavonturen heeft u al gelezen maar Gerard heeft ook nog een blauwe maandag bariton gespeeld, hij kreeg les op school maar het hield geen stand.
Sportief was hij ook; hij heeft vanaf zijn zesde t/m zijn elfde jaar op judo gezeten in Oldemarkt, pas dus op de grepen kent hij vast nog wel!
Dat hij krachttraining heeft gevolgd in Paasloo en dat nog steeds doet is hem wel aan te zien. Er is alleen een spelbreker op dit moment: een hernia. Dat wordt dus op korte termijn een operatie, daarna wil hij de training weer oppakken.
Ook houdt hij zijn conditie op peil in Kalenberg. Een aantal jongeren hebben de koppen bij elkaar gestoken en geïnvesteerd in sporttoestellen. Er is een kleine ruimte gehuurd en daar trainen zij op eigen gelegenheid.
De jongeren in Kalenberg vormen een hechte groep (de oudste is 31 en de jongste 20 jaar) , het is eigenlijk ontstaan in de ‘Keet’ een onderkomen bij de familie Lok. Daar was het een samenkomen in het weekend om later op de avond te gaan stappen in b.v. Meppel, Heerenveen of Marknesse. Sinds drie jaar is de Keet verleden tijd… De jongeren kregen andere interesses, verkeringen kwamen om de hoek kijken en daarmee andere plannen.
De groep is er nog steeds, zij darten met elkaar 1x per twee weken en gaan naar bijna alle buurtfeesten. Elk jaar is er een festival; ‘ Dicky Woodstock’, dan pakt de gehele groep zijn kampeerspullen en slapen op de camping bij Steenwijkerwold en dat is groot feest!
De jongerengroep wordt erg gewaardeerd in het dorp, zo organiseren zij activiteiten zoals de gezamenlijke nachtviering met Oud en Nieuw. Zij zorgen voor het vuurwerk en hapjes en drankjes. Met het dorpsfeest worden er hand-en spandiensten verricht. Bij opbouw voor de activiteiten van de buurtvereniging zijn ze ook van de partij.
Gerard is niet zo een reiziger. Als hij is weggeweest is hij blij als hij ons dorp weer binnenrijdt.
Dan heeft hij naast zijn werk nog een grote hobby: ‘Riet’. Met zijn pa (Melle Hendrik) en zijn oom (Rene) pachten ze van Staatsbosbeheer ongeveer 13 bunder rietpercelen. Veelal gaat hij na zijn werk direct het veld in, zeker als de dagen langer worden. Meestal is hij op de zaterdag bezig. Hij vindt het heerlijk, in de buitenlucht. Rietsnijder /natuurbeheerder zal hij niet worden. Full-time in het riet wil hij niet. Zijn andere werk is ook mooi dus houdt hij het werken in het riet als bijbaan.
Dat het niet altijd gemakkelijk is en soms best ‘zwaar’ laat de foto wel zien.